zondag, oktober 01, 2017

Spartathlon

De voorbereiding verliep vrij goed. Een groot stuk dankzij Heidi, wat mij extra kilometers opleverde. De zwaarste week van 238km toonde aan dat mijn lichaam op het einde was en de 2 volgende weken werd de +200 bijgestuurd naar +150 en +160km. Het cijfertje van het aftellen zakte verder en gaf al wat stress.

De rust was wel gekomen, de leegte werd opgevuld met de eigen organisaties. Zo vloog de tijd voorbij. En dag voor het vertrek was ik nog bezig met voedingsschema op te stellen en spiekbriefjes voor de checkpoints te maken. Valies klaar steken, en de stress neemt weer wat toe.

De volgende dag de trein op. Opnieuw een mijlpaal wat het stress-niveau wat doet stijgen. Maar de rust kwam toch terug. Tot na het "laatste avondmaal". Toen kriebelde de buik, diverse toiletbezoeken, en een ganse avond woelen. Iets na 22h30 toch in slaap gesukkeld en aan een stuk doorgeslapen tot 3h30. Naar toilet geweest, gedacht nu lig ik wakker, maar toch direct terug ingedommeld en tot de wekker door geslapen.

Ontbijt, Gerda gevraagd om kine-tape te leggen. Want op donderdag avond begon ik te twijfelen aan mijn rechter hamstring. Nog vlug naar groot toilet en de bus op. Samen met Steven die stil was en Kristof die behoorlijk streste. Binnen in zei er bij mij ook een stemmetje "Wat heb jij in godsnaam in uw hoofd gekregen". Bij de start nog een groepsfoto. En met nog een minuut of 10 te gaan stelde ik mij op in het pak bij Mr Spartathlon Luc Dejaeger-Braet. Zijn gekende tacktiek zou ik copy pasten tot ook de mijne.

Het was een zeer frise dag naar Griekse normen. En Luc startte iets sneller dan gewoonlijk. Kilometer één viel nog mee, twee was nog sneller. Dacht toen al, is dat hier het bewuste trage tempo van Luc? Hij merkte zelf op dat km 2 vrij snel was, maar was bergaf hè. Ik volgde braaf de meester. Hij liet het tempo wel wat zakken. We deden een plas pauze. En liepen als allerlaatste met de wagen achter ons. Net voor CP4 alweer plas pauze. Liep daardoor alleen en even verder werd ik bijna door een onoplettende Griekse chaufeur omver gereden. Hij was zelf ook geschrokken. Luc had gewacht en wij weer verder. Maar een eindje verder liet ik Luc toch gaan want vond zijn tempo net iets te hoog. Doordat ook Luc nog een sanitaire stop deed kwam hij plots vanuit de achtergrond terug. Even over het tempo gehad. En Luc was weg op het zijne, ik op het mijne. Op kilometer 30 eerste paniek aanval en zin om op te geven. Mijn spiekbriefjes waren niet geplastificeerd en door het zweet scheurde mijn briefje en waaide het deel dat ik nog nodig had weg. Wist niet meer wat de sluitingstijden van de CP's waren. Maar in het laatste stuk naar CP11, marathon punt stelden 2 andere lopers mij gerust. 4h45 was de tijd en gingen we halen. Heidi was mijn 1 persoons crew, maar kon wel wat rekenen op hulp van de andere aanwezige Belgen. En zo werd ik goed bediend met oa een geplatificeerd briefje met tussentijden (doorschijnende lakjes zijn goud waard). Er wordt over de Spartathlon altijd gezegd dat het door de strenge tijdslimieten zijn op de marathon en op kilometer 80 dat er zich veel kapot lopen en daardoor moeten opgeven. Dus belangrijk spiekbriefje en ik van CP naar CP telkens op de limiet. Mijn tijd variëerde van 2 tot max 5 min voor sluitingstijd. Dit frustreerde mij enorm, en vond dat ik hierdoor ook net iets te diep moest gaan. Maar vanaf CP19 was dit opgelost en liep ik uit. Het klopt dus niet dat de limiet tot 80km streng is. Maar wel tot km 65,1. Van daar af krijg je meer tijd. En de extra minuutjes kwamen er slechts bij montjesmaat bij. Maar die had ik toch al. Op kilometer 80 of 2° groote CP (22) gaf mij dit een goed gevoel en kon ik al eens een schreeuwke maken. "Yes". Crew naar oud Corinthie gestuurd om te eten, vaseline en appel te kopen. Greet haalde haar beste Grieks boven om voor extra vaseline te zorgen (ondanks dat ik op iedere grote post veelvuldig liet smeren heb ik toch schuurplekken). Heidi verraste mij met een frissel echte cola (de organisatie gebruikt lauwe pepsi). En we waren weer weg. In het volgende stuk is het typisch dat de kinderen om handtekeningen vragen van de deelnemers. Ik deelde er ook een 3-tal uit. Dit maakte mij dan reeds zo fier dat ik er emotioneel van werd. Je bent daar iets voorbij 100km en komt op de 4° grote post. Ik kwam bij Heidi en begon te huilen. "Wat is er moatje". "Ik ben zo blij." Opnieuw verraste ze mij. Ze had in een plaatselijk winkeltje een vers vanillepuding en rijstpapje gekocht. Dit smaakte zo lekker. De bevoorrading van de organisatie was wel in orde, maar voor mij te "droog". Chips, zoutkoekjes, gewone koekjes, ... Op kilometer 100 is het ook de moment om de nacht in te gaan. Lange broek, sleeves en koplampje maakten mij klaar en we waren weer weg. Hier begint ook het eerste echt zware stuk. De klim naar Nemea. Tegelijk ook een verademing. Want vanaf hier mag er gewandeld worden. Toch af en toe als het serieus stijgt. De klimmen waren misschien wel zwaar, maar toch was ik blij te kunnen wandelen. Nemea ben je halfweg. Jan Vandendriesche tegen gekomen die mij aanmoedigde door te zeggen dat ik goed bezig was. Na Nemea komt er behoorlijk wat afdaling. Maar ook de "hel". Daarom had ik in Nemea mijn koplamp gewisseld voor een extra straffe. Een stukje van ruim 3km grintweg met grote putten en grote stenen. Maar als je voldoende in het midden loopt is het toch kleine kiezel en dit viel uiteindelijk veel beter mee dan ik verwacht had. Als ik er de vorige jaren met de auto door reed, leek dit slechter. Net voor de volgende grote post haalde ik Alex in. Terug de iets mindere koplamp, Wat zou ik doen met de handschoenen? Goeden tip van Jef, steek ze voorlopig in uw broek. Maar had zelfs een regen jasje aan met zakken waar ik ze kon in steken. En dan begint de klim naar de Sangas. Gelukkig was mijn voorsprong gegroeid naar iets meer dan een uur. Want ik ben echt geen klimmer. En op de klim naar de top moest ik toch wel wat prijs geven. Voor de start van de pas krijg ik een soepje van de organisatie, dit smaakte mij opnieuw enorm. En in de regen de we ondertussen over ons kregen was dit een lekker opwarmertje. Terug strafste koplamp op, want nu komt de beruchte Sangaspas. In 2015 deed ik deze zonder kilometers in de benen, bij klaar lichte dag. En zei toen dat deze wel meeviel als je al een paar keer gaan trailen was in de Ardennen. Nu na 159 kilometer, in de nacht en natgeregend was dit toch iets anders. De stenen zijn hier heel wat groter dan in de "hel". En de voetjes hadden net na de tenen al blaren (gelukkig heb ik daar ook veel eelt) en dit voelde niet echt aangenaam. Boven was het koud en winderig. Maar blij dat ik zo ver was. Vaak wordt gezegd wie over de Sangas geraakt, finisht. Maar ook de afdaling viel mij zwaar tegen. De voorsprong op closing time was zeker meer dan 30 minuten terug gelopen. Maar in het vervolg kon ik al snel terug uitlopen. Volgende grote post was Nestani. Was daar net voor 7h. Nieuw PR op de 24h. Ja ik was daar echt mee bezig. 171,5. En dus ook het langste dat ik ooit aan één stuk gelopen had. Het geloof om te finishen was er. Het zou ook licht gaan worden, en keek daar naar uit. Maar in het volgende stuk begon ik te duizelen. Niet tijdens het lopen, wel tijdens het wandelen. Vorig jaar zag ik dit gebeuren met Steven aan kilometer 210. Daarom zat er nu voldoende electroliet in mijn voedingsschema. Daar kon het dus niet aan liggen. Maar volgens mij de vermoeidheid. Ook in Nestani had ik om die reden reeds om een dokter gevraagd. Maar omdat mijn crew (daar aangevuld met Jef, Greet en Willem) mij niet begrepen werd er niet op ingegaan. Op de volgende grote post vroeg ik terug een dokter. Deze zei je hebt meer dan half uur voor, rust 10 minuten. Ben op een slaapmatje gaan liggen en ze legden dingen op mij om mij warm te houden. Willem merkte op dat al mijn kleding nat was. En heb dan ook nog alles gewisseld. Van onderbroek over kousen tot T-shirt, echt alles. Goede tip trouwens van Willem, want voelde terug aangenamer. En het kopje was terug frisser. Was nu wel mijn voorsprong terug kwijt en had maar een 5-tal miuutjes reserve. De limieten liggen hier echter voldoende ruim en kon vrij snel opnieuw uitlopen tot een 30-tal minuten voor sluitingstijd. De bakker die op de volgende grootte post steeds voor bevoorrading van de crew zorgt, rook wel lekker, maar had er toch geen zin in. Maar stak in mijn kop dat ik hier weldra op de weg naar Sparta kwam. Dat viel even tegen. Want er zitten toch nog heel wat kleine weggetjes tussen alvorens we op die grote baan komen. En die grote baan op zich was direct ook weer een domper. Want vooral het eerste stuk is heel stijl. Maar het is nu minder dan een marathon. En om mijn tijd te kunnen houden zou ik ook in de bergop mijn looppasjes proberen houden. Meer dan ik gewoonlijk doe, maar toch soms gedwongen tot stappen. Maar nu begon ik het echt zwaar te krijgen. De 10 minuutjes rust hadden mij tijdelijk wat beter laten voelen, maar dit was nu ook weer aan het verdwijnen. Nieuwe tacktiek was nu dat ik mijzelf in het gezicht sloeg. Er zullen er wel een paar enkele keren raar gekeken hebben. Maar het was nodig, vond ik. Op CP68 goeie dag gaan zeggen aan de 2 masseurs die vorig jaar Steven er doorgeholpen hebben. Ze beloofden terug aan de finish te komen en ook met mij op de foto te gaan. Vanaf nu nog één zwaar stuk en is het daarna hoofdzakelijk dalen. Volgens mijn crew was ik aan een inhaalrace begonnen. Wel ten koste van mijn knie. Want het snel bergaf lopen ging pijn doen. Kwam opnieuw Jan Vandendriesche tegen met nog 3h te gaan voor een halve marathon. Het werd nu ook iets warmer en in het koppetje begon het mis te gaan. Ik kreeg hele rare gedachten. Vervoekte het parcours. Waarom moest dit stuk nu nog. Ik wil slapen. Sprak tegen een 2-tal medelopers dat ik nu echt wel snel wou finishen zodat ik kon gaan slapen. Uiteindelijk bij de laatste grootte checkpoint 10km voor finish. Heidi reed door en ik kon nog stukje afdaling doen naar de finish. Nog 2 checkpoints en de finish. De laatste checkpoint nog eens over de mat. Overal alles geregistreerd, ook mijn tracker als bewijs materiaal. Maar daardat het kopje nu echt niet meer fris was gaan halucineren en gaan slapen.

Zoals in vorige post reeds verteld de finish gemist. Uiteindelijk samen met de crew enkele minuutjes te laat toch nog naar het standbeeld. Eind goed al goed.

Alhoewel nu een dag later, dit toch een klein beetje een slecht gevoel heeft. Heb het gevoel van de ambiance bij de finish moeten missen.

Spartathlon finish

Het zal je maar overkomen. Je loopt de Spartathlon. Je legt het volledige parcours af tot en met checkpoint 74. En je begint te halucineren. Ik wist niet meer of alles echt was. Droomde ik? Was toch al gefinisht. Zie Hotel Apolonia waar de Belgen vorig jaar zaten. Wil die straat in gaan. Roept iemand van op zijn balkon dat ik niet langs daar moet maar nog recht door. Waarop ik antwoord, nee hoor ik ga naar mijn hotel. Nog voor ik aan het hotel ben zet ik mij op de dorpel van een winkel. Komt de eigenares mij wakker schudden en vraagt als alles ok is. Ja hoor. Ik moet gewoon naar mijn hotel. Terug recht gekrabbeld maak ik aanstalte om de straat over te steken. Een dame met de auto met 2 kids vraagt eveneens als alles ok is. Als ik geen lift moet hebben. Maar het hotel was zo dicht, dat dat niet nodig was. Ik ga uiteindelijk het hotel binnen. De receptioniste negeer ik. De baas zit rechts in de zetel. Ik ga in de zetel links zitten en val in slaap. Even later komt men mij vragen wat ik eigenlijk doe. Ik vraag als de kamerindeling al gekend is. Ze vraagt mijn land en zit in verkeerd hotel. Ze belt de organisatie en zo wordt ik terug gevonden. Heidi en Magda komen mij halen en vertellen dat ik nog moet finishen. We gaan naar de laatste straat. Jammer genoeg is een groot deel van het volk en de ambiance reeds weg. Maar ik leg het laatste stuk van het parcours af, ga tot bij het standbeeld en raak de voet van Leonidas aan. Ik krijg een kroontje, en finisher-shirt.

Eind goed al goed.